Werkwijze

De doelen worden bereikt door:
• Het observeren en analyseren van het (bewegings) gedrag van het kind tijdens een activiteit.
• Het aanbieden van bewegingsgerichte activiteiten die specifiek ingaan op de hulpvraag van het kind en helpen om nieuw gedrag te ontdekken, te ervaren en te oefenen en/of negatieve ervaringen te verwerken.
• Het aanbieden van lichaamsgerichte activiteiten gericht op lichaamsbeleving, zoals ontspannings- en ademhalingstechnieken.

Door de psychomotorisch kindertherapeut wordt in een veilige omgeving ingegaan op het denken, voelen en handelen van het kind. De wensen en behoeften van het kind bepalen binnen de behandeling welke interventies en technieken de therapeut inzet.

Proces
De therapie start met een observatieperiode om de ontwikkeling van het kind in kaart te brengen: een analyse van de sterke en zwakke kanten van verschillende aspecten van het gedrag (motorisch, sociaal, emotioneel, cognitief) en van factoren die hierop van invloed kunnen zijn. Door gesprekken met jou als ouder wordt meer informatie verzameld over de ontwikkeling van jouw kind tot nu toe, bijzondere gebeurtenissen en de huidige situatie. Daarnaast zal er in een schoolse situatie geobserveerd worden. Aan de hand hiervan wordt in overleg met jou bekeken of deze vorm van therapie past bij de vraag.

Middelen die hierbij gebruikt worden:
• Bewegings-, en spelmateriaal
• Muziek/ritmemateriaal
• Knutselmateriaal
• (Hand)poppen
• Verhalen
• Bordspellen
• Overige (spel)materialen

Duur en intensiteit
De duur en intensiteit van de behandeling is sterk afhankelijk van de hulpvraag van het kind. De therapie wordt over het algemeen wekelijks een uur gegeven.

Samenwerking met de ouders en de school
Om de behandeling tot een succes te maken is het belangrijk om ook ouders en de school erbij te betrekken. Voor het slagen van de behandeling is het fijn dat de omgeving kan inspelen op de nieuwe reactiepatronen die het kind laat zien. Zo kan een kind dat wat het leert bij de therapie ook in de thuissituatie en op school gaan laten zien en heeft het kind het meeste profijt van de behandeling.
Per gezin wordt er bekeken of er mogelijk behoefte is aan meer specifieke ouderbegeleiding.

Resultaat
Na afloop van de therapie is het de bedoeling dat (en/of):

• Gedragsverandering tot stand is gebracht.
• Het vertrouwen van uw kind in zichzelf en anderen is vergroot.
• Het kind inzicht heeft in zijn mogelijkheden en onmogelijkheden.
• Het kind zijn grenzen kent.
• Het kind weet wat hij bij een ander oproept.
• Het kind voldoende doorzettingsvermogen heeft.
• Het kind keuzes kan maken.
• Het kind plezier beleeft aan bewegen of het kind vaardigheden bezit op motorisch-, sociaal-, emotioneel en/of relationeel gebied.
• Het kind zicht heeft op eigen agressiegevoelens.
• Controle heeft over eigen agressiegevoelens.
• Meer eenheid gevonden heeft in denken, voelen en handelen.